Als de hogepriester Eli geïntroduceerd wordt in 1 Samuel 1, zit hij op zijn stoel. Later wordt zijn val voorspeld, omdat hij niet heeft opgetreden tegen zijn zonen, die gruwelijk misbruik maken van hun positie als priester. Nadat zijn zonen de ark hebben misbruikt als oorlogsamulet valt Eli van zijn stoel, breekt zijn nek en sterft.

(In het Midden-Oosten zaten de mensen vaak op de grond. Sommigen interpreteren de stoel van Eli als symbool voor zijn gezag.)

God bepaalt volgens psalm 147 hoeveel sterren er in het heelal zijn. Dat laat zien hoe machtig God is. De volgende regel zegt dat God de sterren roept, zoals een herder zijn schapen roept. Hij kent ze persoonlijk, ieder bij zijn naam. Zie ook Jesaja 40:26.

In Handelingen 16:1 staat dat Timoteüs een niet-Joodse vader en een Joodse moeder had. Paulus schrijft later een brief aan Timoteüs (in het Nieuwe Testament) en noemt hem daarin 'mijn waarachtig kind in het geloof'.

De Bijbel zegt: "Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand, maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak werd op de aarde gegooid."