De mensen woonden in het begin bij elkaar in de buurt en wilden een hoge toren maken als symbool van hun macht (Genesis 11:4). God vond dit niet goed en zorgde ervoor dat de mensen elkaar niet meer konden verstaan. Daardoor verspreidden de mensen zich over de aarde (Genesis 11:8). Deze spraakverwarring is de oorsprong van de naam Babel.

In Leviticus 11 worden de dieren in twee groepen ingedeeld; reine en onreine dieren.

Dit wordt uitvoerig beschreven, bijvoorbeeld: dieren die gespleten hoeven hebben en herkauwen zijn reine dieren, maar herkauwers zonder gespleten hoeven zijn onreine dieren enz.

Nazaret ligt in het noorden van Israël en ten zuid-oosten van de stad Haifa. Jezus groeide daar op, bij Jozef en Maria.

Petrus en Johannes zijn leerlingen (discpelen) van Jezus.

Zacharias en Elisabet zijn de ouders van Johannes de Doper.

Jezus stelt eigenlijk een vraag: "Als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft?"