In het Bijbelboek Exodus (=uittocht) beschrijft Mozes de onderdrukking van het volk Israël in Egypte en hun bevrijding daaruit. God kiest Mozes uit om het Hebreeuwse volk te leiden. Mozes is niet blij met zijn roeping. Hij maakt bezwaar bij God, want hij vindt zichzelf geen goede spreker.
Wat doet God dan?
"Maar Mozes zei: 'Neemt U mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie U maar wilt.' Nu werd de HEER kwaad op Mozes. 'Je hebt toch een broer, de Leviet Aäron?' zei Hij. 'Ik weet dat hij welbespraakt is. Hij is al naar je onderweg en zal blij zijn je te zien. Spreek tot hem en leg hem de woorden in de mond. Ik zal bij jullie zijn als je moet spreken en jullie zeggen wat je moet doen. Hij zal in jouw plaats het volk toespreken: hij zal jouw mond zijn, jij zult zijn god zijn. En neem je staf in de hand, want daarmee moet je de wonderen doen' (Exodus 4:13-17)."
Nehemia speelt een belangrijke rol bij het herstel van de muur om Jeruzalem na de ballingschap. Hij verneemt van zijn broer het slechte nieuws over de toestand van Jeruzalem.
Waar is Nehemia op dat moment?
Hij was in de burcht van Susa(n), waar hij als schenker de koning moest bedienen.
Waarom worden de profeten in het Oude Testament ook wel aangeduid als de 'grote' en de 'kleine' profeten?
De vier grote profeten zijn Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël.
De twaalf kleine profeten zijn Hosea t/m Maleachi.
Paulus geeft aan de gemeente in Korinte aanwijzingen over de collecte. Hij schrijft: "Laat ieder van u elke eerste dag van de week ........ opzij leggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld."
In 1 Korintiërs 16:2 staat: "Laat ieder van u elke eerste dag van de week naar vermogen iets opzij leggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld."