Het volk moet de Levitische priesters, die de ark van het verbond dragen, volgen. De stenen platen met de tien geboden liggen, met nog andere voorwerpen, in die ark.

De schrijver van het boek Job is niet bekend. Het zou kunnen zijn dat dit boek is ontstaan door professionele schrijvers in dienst van een koning, maar we weten het niet.

Toch is het in de Bijbel opgenomen als Woord van God.

De eerste vijf boeken van de Bijbel zijn geschreven door Mozes.

Salomo schreef de boeken Prediker en Hooglied. Ook het boek Spreuken bevat vooral wijsheden van Salomo.

Marta kwam Jezus tegemoet toen Hij eindelijk naar Betanië kwam. Lazarus was al gestorven, maar Jezus zei: "Je broer zal uit de dood opstaan."

Marta antwoordde: "Ja, ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan." Toen sprak Jezus deze woorden.

In zijn brief aan Filemon schrijft Paulus: "Ik zou u om een gunst willen vragen voor iemand die tijdens mijn gevangenschap mijn kind is geworden: Onesimus."

Apfia en Archippus worden in de aanhef van de brief aan Filemon genoemd (Filemon 1:1-2). Deze brief is ook aan hen en aan de gemeente, die bij Filemon thuis samenkomt, gericht.