2793 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Als God in het Bijbelboek Leviticus (in het Oude Testament) allerlei wetten en voorschriften laat optekenen, zijn er ook voorschriften over de toegestane spijzen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen ........ .
Voorschriften over reine en onreine dieren staan in Leviticus 11. Dit gaat over vliegende dieren, maar ook over kruipende dieren en dieren die in de zee leven enzovoort. Kortom: over alle soorten dieren.
Het Bijbelboek Prediker, in het Oude Testament, is geschreven door 'Prediker, zoon van David, koning van Israël'. (Prediker 1:1).
In het Nieuwe Testament wordt een andere zoon van David genoemd, die predikte in Israël.
Wie is Hij?
Jezus wordt in de Bijbel 'de Zoon van David' genoemd, omdat Hij ooit voor altijd koning zal zijn van Israël. Aan David was dat al beloofd.
Jezus is een afstammeling van David en in die zin dus ook letterlijk een zoon van David.
Ook Jozef, de man van Maria, wordt zo 'zoon van David' genoemd (Matteüs 1:20), maar we lezen nergens in het Nieuwe Testament dat hij predikte.
Mozes leefde eerder dan David en kan alleen daarom al geen zoon van David genoemd worden.
In het evangelie volgens Lucas wordt een wonder beschreven dat Jezus doet in Naïn.
Wat doet Jezus daar?
Jezus ging naar Naïn en een grote menigte volgde Hem. Toen ze bij de stad aankwamen, kwam er juist een rouwstoet de stad uit omdat de enige zoon van een weduwe was overleden. Jezus zei tegen de dode: "Jongeman, Ik zeg je: sta op!" De jongen richtte zich vervolgens op en begon te spreken.
Op een bruiloft in Kana verandert Jezus water in wijn (Johannes 2:1-11).
In het grensgebied van Samaria en Galilea geneest Jezus tien mensen die door een huidziekte onrein waren (melaatsen; Lucas 17:11-19).
In de brief aan de Hebreeën wijdt de schrijver één heel hoofdstuk aan het onderwerp 'geloof en geloofshelden'.
Welk hoofdstuk is dit?
"Geloof is de zekerheid dat alles waarop we hopen werkelijkheid wordt, het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien." Met dit vers opent het elfde hoofdstuk van de Hebreeënbrief.
© 2015 - Martin van Toll Producties |