Het tweede Bijbelboek heet Exodus, wat 'uittocht' betekent. Het beschrijft de onderdrukking van het volk Israël in Egypte en hun bevrijding daaruit.
WAAR of NIET WAAR: De Joden herdenken dit tijdens het kerstfeest.
God bevrijdt Israël door tien plagen uit Egypte. Bij de tiende plaag worden alle eerstgeborenen in Egypte gedood, maar de Hebreeën worden van deze plaag gered door het bloed van een lam of bokje aan de deurposten van hun huis strijken. Aan die huizen gaat de doodsengel voorbij. Met het pesachfeest (=Pascha) wordt dit herdacht.
Met het kerstfeest denken wij aan de geboorte van Jezus. Het is echter geen Joods feest.
Het Bijbelboek Spreuken is geschreven door Salomo, de zoon van David.
WAAR of NIET WAAR: Salomo vergelijkt een man, die zich laat verleiden door een vreemde vrouw (de vrouw van een ander) met een os die zich naar de slachtbank laat leiden.
Salomo zegt dat zo iemand zich als een os naar de slachtbank laat leiden en niet beseft dat het tot zijn dood leidt.
Een van de vier evangeliën in de Bijbel is geschreven door Johannes. Hij beschrijft hoe Jezus vertelt over de goede herder.
Jezus geeft uitleg van deze gelijkenis. Hij zegt: "Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij, zoals ........ Mij kent en Ik ........ ken."
Wat moet twee keer worden ingevuld?
In Johannes 10:14 en 15 staat dat Jezus de goede herder is. 'De Vader' is God en Jezus noemt Hem hier Vader; een nauwe relatie. Zo nauw is ook de relatie tussen Jezus en zijn 'schapen'.
Het is de tijd dat het kind van Jozef en Maria wordt geboren. Vlak bij Betlehem houden de herders in het veld de wacht bij hun kudde.
Waar schrikken ze 's nachts van?
De Bijbel zegt: "Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken."