De farao van Egypte wil in het Bijbelboek Exodus voorkomen dat het volk Israël nog groter wordt.
Welke maatregel neemt hij het eerst?
De Bijbel zegt: "Er werden slavendrijvers aangesteld die de Israëlieten tot zware arbeid dwongen. De Israëlieten moesten voor de farao de voorraadsteden Pitom en Raämes bouwen."
In het Bijbelboek Numeri wordt verteld over de woestijnreis van het volk Israël, op weg naar Kanaän.
Welke twee koningen komen elk afzonderlijk Israël met een leger tegemoet bij de grenzen van het beloofde land?
In Numeri 21 wordt gesproken over Sichon, de koning van de Amorieten en Og, de koning van Basan.
Balak was de koning van Moab, die Bileam als profeet inhuurde om Israël te vervloeken.
Oreb eb Zeeëb zijn legeraanvoerders uit de tijd van de rechters (Rechters 7:25).
Gaäl en Zebul worden vermeld in Rechters 9:26-28 in de tijd van Abimelech, de zoon van Gideon.
"Ik kom je halen, ik sla haken door je kaak en laat je wegtrekken met heel je leger."
Van welke koning wordt dit gezegd in Ezechiël 38?
De profeet Ezechiël moest tegen Gog, de oppervorst van Mesech en Tubal, in het land van Magog, profeteren dat God hem zou straffen. Daar uit het noorden komen legermachten die in de toekomst op zullen trekken tegen het herstelde volk Israël. In Openbaring 20:8 worden Gog en Magog ook genoemd. Satan brengt ze voor de strijd bijeen om de stad Jeruzalem aan te vallen.
De Hebreeënbrief betuigt dat Jezus Christus waarachtig God en waarachtig mens is.
Waarom heeft God Hem gezalfd met vreugdeolie als geen van zijn gelijken?
De Bijbel zegt: "Maar tegen de Zoon zegt Hij: 'God, uw troon houdt stand tot in alle eeuwigheid,en de scepter van het recht is de scepter van uw koningschap. Gerechtigheid hebt U liefgehad en onrecht gehaat; daarom, God, heeft uw God U gezalfd met vreugdeolie, als enige uit uw kring'."