In het Bijbelboek Exodus weigert de farao van Egypte het volk Israël te laten vertrekken en daarom stuurt God tien plagen.
Wat zegt de farao tegen Mozes en Aäron tijdens de kikkerplaag?
De kikkerplaag is de tweede plaag van de tien.
De farao wil van de plaag af; de tovenaars van Egypte hebben niet die macht. Daarom vraagt hij Mozes om hulp, maar hij toont geen echt berouw. Hij verhardt zijn hart steeds meer, waardoor er nog acht plagen volgen voordat hij Israël laat gaan.
De Israëlieten verblijven in ballingschap in Babylonië. Onder hen zijn ook jongemannen van koninklijke afkomst, zoals Daniël en zijn drie vrienden.
Wie van hen kreeg de naam Beltesassar?
Voor de identiteitsverandering vanwege zijn Joodse afkomst kreeg Daniël een Babylonische naam, met daarin de verwijzing naar de god Bel.
In het Oude Testament staat het Bijbelboek Amos, genoemd naar een profeet.
Uit welke stad komt hij?
De profeet Amos staat ook wel bekend als 'de schapenfokker uit Tekoa'.
De apostel Paulus schrijft in een brief aan de gemeente in Tessalonica wat hij van hen verlangt.
Wat is dat in dit geval?
Hier schrijft Paulus specifiek: "Dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt."