In de heilige tent (de tabernakel) stond in het eerste heiligdom de tafel voor de toonbroden.
Wanneer lag er brood op die tafel?
De Bijbel zegt: "Leg op de tafel het toonbrood; dat moet daar altijd voor Mij liggen." (Exodus 25:30).
De graanoffers, genoemd in Leviticus, moesten van tarwebloem gemaakt zijn. Zo'n offer mocht gebakken -als brood- worden aangeboden, maar het mocht ook de bloem en de olie zijn.
Voor wie was het deel van het offer bestemd dat niet werd verbrand?
De priester moest een deel van het offer naar het altaar brengen en verbranden als een geurige gave voor de HEER en de rest was voor de priesters.
Jeremia schrijft dat God tot hem heeft gesproken over zijn roeping en taak als profeet.
Wat zegt Jeremia hierop?
Jeremia schrijft: "De HEER richtte zich tot mij: Voordat Ik je vormde in de moederschoot, had Ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had Ik je al aan Mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’ Ik riep: ‘Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong."
Johannes schrijft in zijn tweede brief dat er veel dwaalleraren in de wereld verschijnen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden en dat dit nu 'de verleider' is.
Hoe wordt deze verleider genoemd?
Johannes schrijft: "Er zijn veel misleiders in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. In hen is de misleider bij uitstek, de antichrist, te herkennen."