In Genesis staat de geschiedenis van Jozef, die in Egypte in de gevangenis terechtkomt. Twee andere gevangenen zijn hovelingen van de farao. De een is opperbakker.
Wat is het beroep van de andere hoveling?
De andere hoveling was de opperschenker van de farao. Samen hadden deze twee hovelingen iets gedaan waardoor de farao woedend op hen was geworden (Genesis 40:2).
De opperschenker en de opperbakker zaten in bewaring in de gevangenis van de commandant van de lijfwacht.
In het Bijbelboek Exodus (=uittocht) beschrijft Mozes de onderdrukking van het volk Israël in Egypte en hun bevrijding daaruit. Mozes groeit op bij de dochter van de farao en geniet hoog onderwijs aan het hof. Als hij volwassen is vlucht hij naar het land Midjan.
Wat is daar het beroep van Mozes?
De schoonvader van Mozes is Jetro, ook wel Reüel genoemd. Jetro was een herder en zo wordt Mozes ook herder.
Jozef, de man van Maria, was timmerman, Petrus was visser en Paulus tentenmaker.
Het Nieuwe Testament in de Bijbel kent vier evangeliën. Een ervan is geschreven door Marcus. In hoofdstuk 5 staat dat een van de leiders van de synagoge bij Jezus komt, omdat zijn dochtertje ziek is.
Hoe heet hij?
De naam van deze man is Jaïrus. Het dochtertje van de man wordt levend gemaakt. Petrus en Johannes zijn leerlingen van Jezus en Marcus is de schrijver van het boek Marcus.
In Hebreeën is één hoofdstuk dat spreekt over wat geloof is en wat door geloof bewerkt wordt in een mensenleven.
Welk hoofdstuk is dit?
Hebreeën heeft 13 hoofdstukken en met name hoofdstuk 11 laat ons verschillende geloofshelden uit de geschiedenis zien. Ook benoemt het de eigenschappen van het geloof en hoe wij die kunnen laten zien aan de mensen om ons heen.