In het Bijbelboek Exodus (= uittocht) beschrijft Mozes de onderdrukking van het volk Israël in Egypte en hun bevrijding daaruit. De farao beveelt dat alle pasgeboren Hebreeuwse jongetjes gedood moeten worden, maar God heeft een plan met Mozes.
Wie vormen in feite een reddingsteam voor Mozes?
In de eerste hoofdstukken van Exodus wordt verteld over dit 'reddingsteam'. De vroedvrouwen Sifra en Pua laten, tegen het uitdrukkelijke bevel van de farao in, de Hebreeuwse jongetjes, en dus ook Mozes, in leven. Moeder Jochebed legt haar zoon in een mandje aan de oever van de Nijl. Zus Mirjam houdt de baby in het oog. Het kindje wordt gevonden door de dochter van de farao, die Mozes aanneemt als haar eigen zoon. Maar eerst mag Jochebed nog een tijdje voor hem zorgen. Zo wordt Mozes door 'gewone' vrouwen gered (Exodus 1:15-2:10).
Ester is een Joods meisje dat door koning Ahasveros tot koningin is gekozen tijdens de ballingschap in Babyloniƫ.
Wie beraamde(n) een plan om alle Joden in het hele koninkrijk uit te roeien?
We zien Haman in zijn haat tegen de Joodse bevolking optreden, omdat hij wrok koesterde tegen Mordechai, de Jood, die niet voor hem wilde buigen of knielen.
Elk van de zogenaamde 'kleine profeten' heeft zo zijn eigen karakter, stijl en manier van benaderen van het volk van God. Het Bijbelboek van een van hen eindigt met de woorden: "Wie inzicht heeft doorgrondt deze woorden, wie wijs is neemt ze ter harte. Want de wegen van de HEER zijn recht: wie rechtvaardig is verlaat ze niet, maar wie zich verzet komt ten val."
Welk Bijbelboek?
Het zijn de laatste woorden van het Bijbelboek Hosea. Het is een laatste waarschuwing om te luisteren naar de woorden van de profeet.
Amos, Obadja en Micha eindigen met de genade van God, die Hij bewijst in het aannemen en herstellen van zijn volk.
Aan de christenen in Rome schrijft de apostel Paulus over gerechtigheid en hij gebruikt de aartsvader Abraham als voorbeeld.
Wat deed Abraham?
Geloof, gehoorzaamheid en het volgen van God zijn ook essentieel, maar over Abraham staat geschreven: "Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als rechtigvaardigheid toegerekend."