David regeert als koning in Jeruzalem.
Wie pleegt er een staatsgreep en jaagt hem op de vlucht?
De Bijbel zegt: "Toen David bericht kreeg dat het volk van Israël de kant van Absalom had gekozen, zei hij tegen zijn hovelingen: 'Kom, we moeten vluchten, willen we aan Absalom ontkomen. Snel, we moeten hem vóór blijven, want als hij ons hier in Jeruzalem overvalt, zal hij een bloedbad aanrichten en is het met ons gedaan.' 'Zoals u wilt, mijn heer en koning,' antwoordden de hovelingen. 'Wij staan tot uw beschikking.' De koning vertrok, en zijn hele hofhouding volgde hem. Hij liet echter tien van zijn bijvrouwen achter om zorg te dragen voor het paleis." (2 Samuel 15:13-16)
Goliat wordt door David gedood als Saul nog koning is.
Isboset regeert twee jaar over Israël na de dood van zijn vader. Pas na Isbosets dood wordt David koning over Israël.
Daniël leeft in een andere tijd.
De Psalmen zijn geschreven door verschillende auteurs, van wie David de bekendste is.
De psalmen 146 tot en met 150 beginnen en eindigen allemaal met het woord ........ .
Het woord 'halleluja' maakt duidelijk dat deze psalmen Gods volk oproepen de HEER te loven. Het thema is dat de heerschappij van de HEER Hem maakt tot een vaste hulp voor Gods lijdende volk.
In Athene ziet Paulus dat de stad vol afgodsbeelden staat.
Waar ligt Athene?
Athene was in de tijd van het Nieuwe Testament de hoofdstad van de landstreek Attica. De naam van de stad komt van de Griekse godin Pallas Athena. Tegenwoordig is het de hoofdstad van Griekenland.
Punt I markeert de stad Antiochië. Deze stad ligt in het tegenwoordige Turkije.
Punt II is Rome.
Punt III markeert de stad Alexandrië, een belangrijke stad in Egypte.
Wie of wat is, in hoofdstuk 5 van het Bijbelboek Openbaring, het lam voor de troon?
De Bijbel zegt:"Toen zag ik midden voor de troon een lam staan, tussen de vier wezens en de oudsten. Het zag eruit als een lam dat geslacht was en het had zeven hoorns en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God, die over de hele wereld zijn uitgestuurd. Het lam ging naar degene die op de troon zat en ontving de boekrol uit zijn rechterhand. Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het lam neer."