|
2782 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
In het Oude Testament staat de tocht van de Israëlieten door de woestijn beschreven. Na veertig jaar zijn ze aangekomen bij het beloofde land. God is steeds met hen meegetrokken.
Waar heeft God tijdens die reis gewoond?
Exodus 40: God had zich een woonplaats gekozen in de tabernakel, ook wel tent van ontmoeting genoemd.
2 Samuel 7:6 bevestigt dit nog eens. Daar staat: "Ik (de HEER) heb toch nooit in een huis gewoond, vanaf de dag dat Ik de Israëlieten uit Egypte heb geleid tot nu toe! Al die tijd trok Ik rond in tent en tabernakel."
In het Bijbelboek Hooglied is sprake van een 'zij' en een 'hij' (bruid en bruidegom). Zij vergelijkt zichzelf onder andere met een bloem.
Welke bloem?
Ze noemt zichzelf een lelie van de dalen (hoofdstuk 2:1). Ook op andere plaatsen in Hooglied wordt geschreven over een lelie.
Zie bijvoorbeeld hoofdstuk 6:2.
In Lucas staat: "Een stem roept in de woestijn: 'Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend; en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt.'"
Wie is hier de spreker?
Deze tekst gaat over Johannes, de zoon van Zacharias, ook wel Johannes de Doper genoemd.
Twee brieven in het Nieuwe Testament zijn geschreven door de apostel Petrus. Hij richt zich tot een groep gelovigen die met vervolging te maken heeft. Het leed dat dit veroorzaakt is volgens Petrus iets om 'verheugd' over te zijn omdat daaruit blijkt dat je bij God hoort.
Welke vorm van lijden valt daar niet onder?
Door het hele Nieuwe Testament heen lees je dat een christen zich onderscheidt van de wereld, omdat hij Jezus Christus kent. Als het goed is, wordt dit zichtbaar doordat zijn gedrag en denken verandert.

© 2015 - Martin van Toll Producties |