Na de zondvloed, waarbij Noach met zijn gezin en de dieren gered werden in de ark, werd op aarde één taal gesproken. De mensen besloten een stad te bouwen met een toren tot in de hemel, maar de HEER greep in en verwarde hun spraak. De stad kreeg toen de naam Babel.

Mozes werd door God zelf geroepen toen hij de schapen hoedde van zijn schoonvader. Hij was toen al 80 jaar.

Nazaret ligt in het noorden van Israël en ten zuid-oosten van de stad Haifa. Jezus groeide daar op, bij Jozef en Maria.

Petrus en Johannes zijn leerlingen (discpelen) van Jezus.

Zacharias en Elisabet zijn de ouders van Johannes de Doper.

De engel Gabriël komt bij Zacharias in de tempel en daarna bij Maria, in haar huis. De magiërs (wijzen) uit het Oosten komen bij koning Herodes terecht, die hen naar Betlehem doorstuurt om de nieuwe Koning te zoeken. De magiërs krijgen in een droom bericht van een engel, om niet terug te gaan naar Herodes (Matteüs 2).