In Jozua 6 staat dat men zes dagen één keer om de stad moet trekken en de zevende dag zeven keer.

Rijkdom die in korte tijd verworven is, brengt geen zegen voor later.

Een andere vertaling zegt: "Als een erfenis in het begin al te snel wordt verworven, zal er uiteindelijk geen zegen op rusten."

In Johannes 6 staat het verhaal van het teken van het brood, ook wel de wonderlijke spijziging.

Een jongetje had vijf broden en twee visjes bij zich. Daarvan gaf Jezus vijfduizend mannen te eten.

In dezelfde geschiedenis in Matteüs 14 staat in vers 21 dat er ongeveer vijfduizend mannen hadden gegeten, vrouwen en kinderen niet meegeteld.

De Bijbel zegt: "U moet weten, broeders en zusters, dat de tegenspoed die we in Asia hebben moeten doorstaan, uitzonderlijk groot was. We hadden het zo zwaar te verduren dat het onze krachten te boven ging. We vreesden ernstig voor ons leven, we waren er zelfs zeker van dat het doodvonnis al over ons was uitgesproken. Maar juist dat liet ons beseffen dat we niet op onszelf moeten vertrouwen, maar alleen op de God die de doden opwekt."

Hij vraagt ook wel om gebed, maar het vertrouwen op God staat bovenaan.