Exodus betekent uittocht en gaat over de beginperiode van het volk Israël. Eerst hun onderdrukking in Egypte en dan hun bevrijding uit de slavernij: de uittocht uit Egypte. Vervolgens over hun rondtrekken in de woestijn.

Daniël wilde God dienen, ook in ballingschap. Zijn vastberaden houding kwam voort uit zijn geloofsopvatting dat men God niet mocht onteren door het nuttigen van spijzen en drank die aan de Babylonische goden waren gewijd.

Micha's naam betekent: 'Wie is als Jahweh?'. In Micha 5:1 voorzegt hij de geboorteplaats van de Messias: Betlehem.

Ook Jesaja spreekt over de geboorte van de Messias (in Jesaja 7:14 en 9:5), maar hij noemt geen plaats.

De Bijbel zegt: "Aanvaard degenen die zwak staan in het geloof, ontvang hen zonder hun opvattingen te bestrijden." (Romeinen 14:1).