3118 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||
In het Bijbelboek Exodus, wat 'uittocht' betekent, stuurt God Mozes en Aäron naar de farao van Egypte met de boodschap: "De Heer, de God van Israël zegt tegen farao: 'Laat Gods volk gaan!'"
WAAR of NIET WAAR: De farao laat meteen in zijn hele koninkrijk het besluit bekend maken dat alle Israëlieten mogen vertrekken om God te dienen in het beloofde land.
De farao wordt woedend en onderdrukt Israël nog harder.
Als de Israëlieten in het beloofde land Kanaan wonen, worden ze jarenlang geleid door rechters (richters). Een van hen is Simson, bekend om zijn enorme kracht.
WAAR of NIET WAAR: Simson krijgt het voortdurend aan de stok met de Filistijnen.
Telkens als de Israëlieten de Heer ontrouw zijn, levert Hij hen over aan een vijandelijk volk. In Simsons tijd zijn dat de Filistijnen. In Rechters 13-16 staat de geschiedenis van Simson, waarin ook beschreven wordt wat hij meemaakt met de Filistijnen.
De Psalmen, in het Oude Testament van de Bijbel, zijn liederen.
Is de volgende zin een citaat uit een psalm?
"Alles wat adem heeft, loof de Heer."
Psalm 150 eindigt met de woorden: "Alles wat adem heeft, loof de Heer. Halleluja!"
Een van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de Bijbel is geschreven door Lucas. Hierin staat dat Jozef en Maria met de twaalfjarige Jezus naar Jeruzalem gaan voor het pesachfeest.
Wat gebeurt er op de terugweg?
De twaalfjarige Jezus blijft achter en als Jozef en Maria Hem missen, gaan ze terug naar Jeruzalem. Ze vinden Jezus in de tempel, tussen de leraren. Als Maria haar ongerustheid uit, zegt Jezus: "Wist u niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?"
© 2015 - Martin van Toll Producties |