2795 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Daden die niet in overeenstemming zijn met Gods regels, zijn zonden.
Maar de gebeurtenis die bekend staat als 'de zondeval' is het moment waarop ........ .
In de meeste Bijbelvertalingen wordt in 1 Timoteüs 2:14 gesproken over Eva die door de verleiding in overtreding of zonde 'gevallen' is. Dit heeft aanleiding gegeven om de geschiedenis van Genesis 3 te betitelen als: 'de zondeval'.
In het Bijbelboek Exodus, wat 'uittocht' betekent, beschrijft Mozes de onderdrukking van het volk Israël in Egypte en hun bevrijding daaruit. Het volk Israël stamt af van de persoon Israël.
Hoe heette hij eerst?
Jakob is de zoon van Isaak en de kleinzoon van Abraham. Zij zijn de 'aartsvaders' van het volk Israël. God had met hen een verbond gesloten.
Als Mozes voor het eerst een ontmoeting heeft met God, dan stelt God zich voor aan Mozes als: "Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob."
Petrus, Andreas en Tomas leefden in de tijd van de Heer Jezus, zij waren leerlingen, ook wel discipelen (=volgelingen) genoemd.
Een van de vier evangeliën in de Bijbel is geschreven door Marcus. Hij vertelt dat er mensen bij Jezus komen met de vraag waarom de leerlingen van Johannes en de leerlingen van de farizeeën wel vasten, maar de leerlingen van Jezus niet.
Wat is het antwoord van Jezus?
Marcus schrijft: "Jezus antwoordde: 'Bruiloftsgasten kunnen toch niet vasten zolang de bruidegom bij hen is? Nee, zolang ze de bruidegom bij zich hebben, kunnen ze niet vasten. Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten."
Een van de brieven in het Nieuwe Testament is geschreven door de apostel Jakobus. Hoofdstuk 3 begint met de woorden: "Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn."
Waarom niet, volgens Jakobus?
Een leraar wordt geacht mensen te onderwijzen. Het onderwijs dat een leraar geeft wordt door de leerlingen opgenomen en al dan niet in praktijk gebracht. Vanuit dit oogpunt is de opmerking van Jakobus te begrijpen; een leraar moet namelijk ook met de verantwoordelijkheid en dus het 'strengere oordeel' kunnen omgaan.
Jakobus zegt niet dat een leraar vaker struikelt. Wel zegt hij: "En hoe vaak struikelen we niet allemaal!" (vers 2).
© 2015 - Martin van Toll Producties |