In Genesis, het eerste Bijbelboek, staat de geschiedenis van Jozef. Hij wordt door zijn broers verkocht en komt in Egypte terecht.
Daar belandt hij onschuldig in de gevangenis, waar hij de schenker en de bakker van ........ treft.
De schenker en de bakker van de farao komen in de gevangenis terecht, wegens een vergrijp tegenover hun heer. Jozef heeft van de gevangenbewaarder de taak gekregen om het eten rond te brengen in de gevangenis en komt in gesprek met deze dienaren van de farao. (Genesis 40.)
Koning Saul leefde later; hij was de eerste koning van Israël.
De eerste hogepriester was Aäron, in het Bijbelboek Exodus, en ook in het Nieuwe Testament wordt de hogepriester vaak genoemd in de verhalen over Jezus en zijn leerlingen.
Wat is waar over deze koperen slang?
De Israëlieten verweten zowel God als Mozes dat ze uit Egypte waren weggehaald. Ze klaagden over een tekort aan voedsel en water en daarom stuurde God giftige slangen. Toen het volk tot inkeer kwam, moest Mozes een koperen slang maken en iedereen die daarnaar keek, bleef in leven (Numeri 21:7-9).
In het evangelie volgens Matteüs staat dat Jezus 's nachts over het water naar de boot van zijn leerlingen (discipelen) loopt.
Petrus zegt dan: "Heer, als U het bent ........ ."
Petrus vraagt in feite of Jezus hem de opdracht wil geven om naar Hem toe te komen (Matteüs 14:28).
In het Nieuwe Testament van de Bijbel staan gelijkenissen; verhalen waarmee Jezus iets duidelijk wil maken. Hij vertelt over 'de verloren zoon', die zijn vader vraagt om het bezit waar hij recht op heeft.
Heeft deze jongen een broer?
In de Bijbel staat dat Jezus vertelt over een vader die twee zonen had. De jongste vroeg om zijn deel van het bezit.