Welke hoogmoedige woorden sprak koning Nebukadnessar tot Sadrach, Mesach en Abednecho, nadat ze geweigerd hadden te knielen voor het gouden beeld?
Ondanks het feit dat Nebukadnessar eens had gezegd tegen Daniël na de uitleg van zijn eerste droom: 'Het is waar, uw God is de God der goden en de Heer der koningen' (Daniël 2:47), blijkt hij nu in zijn zelfoverschatting deze God te tarten, door zich te laten aanbidden d.m.v. dit gouden beeld.
De Spreukendichter schrijft dat Wijsheid bij Beraad woont en door overpeinzing kennis vindt. En ook dat, wie ontzag voor de HEER heeft, het kwaad haat.
Waar heeft de HEER een afschuw van?
In Spreuken 8:13 staat: "Wie ontzag heeft voor de HEER, haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed, valsheid en leugens."
De sprinkhanenplaag in het Bijbelboek Joël heeft een enorme schade aangericht.
Wat wordt als eerste gevolg hiervan genoemd?
Elk van de genoemde gevolgen staat vermeld in Joël 1, maar het eerste dat genoemd wordt is: "Het maakte van mijn wijnstok dode takken en brandhout van mijn vijgenboom."
In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius bestuurde Filippus het gebied van Iturea en Trachonitis; Lysanias bestuurde Abilene.
Wie regeerde in die tijd over het gebied van Judea?
Herodes bestuurde het gebied van Galilea. De namen van Augustus en Quirinius kun je in het hoofdstuk ervoor vinden, waar het gaat over de volkstelling waardoor Jozef en Maria naar Betlehem moesten.