Na de tiende plaag, de dood van de eerstgeborenen, geeft God aan Mozes bevel tot toewijding van al het mannelijke dat later als eerste geboren zal worden. Deze eerstgeborenen zijn voor God. De consequentie is voor alle mannelijke dieren gelijk, behalve voor één groep. God geeft in Exodus 13 een uitzonderingsregel voor ........ .
De Bijbel zegt: "Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet u vrijkopen met een lam. Koopt u het niet vrij, dan moet u het de nek breken. Ook elke eerstgeboren zoon moet u vrijkopen."
In het Oude Testament staan allerlei voorschriften over de dienst aan God. Na de wetgeving op de Sinaï moesten er elke dag offers gebracht worden aan de HEER.
Wat moest er elke dag geofferd worden?
Numeri 28:3 en 4 vertelt dat er twee eenjarige rammen geofferd moesten worden. Een in de morgen en een tegen het vallen van de avond. Dit moest worden aangevuld met een graanoffer en een wijnoffer. Offers zijn altijd tekenen van het grote Lam, Jezus, die zichzelf als een offer zou geven.
In Jeremia 46 t/m 51 staan profetieën over naburige volken. Veelal zijn dit oordelen. Maar naast alle straffen krijgen sommigen hier toch een hoopvolle belofte: "Maar eens zal Ik in ........ lot een keer brengen – spreekt de HEER."
Ook Moab en Ammon krijgen die belofte. Moab: "Maar eens zal Ik in Moabs lot een keer brengen – spreekt de HEER."(Jeremia 48:47.) Ammon: "Maar eens zal Ik in Ammons lot een keer brengen – spreekt de HEER." (Jeremia 49:6.)
Welke drie thema's komen aan de orde in de tweede brief van de apostel Johannes?
In het eerste gedeelte deelt Johannes zijn vreugde dat zijn lezers in waarheid wandelen, waarbij hij hen eraan herinnert elkaar ook lief te hebben. Door in deze liefde en waarheid te blijven zullen zij dicht bij God blijven en de dwaalleraren kunnen herkennen.