De eerste negen hoofdstukken van 1 Kronieken bestaan vooral uit geslachtsregisters. Van sommige personen wordt een bijzonderheid genoemd. Zo heeft iemand tot de God van Israël gebeden: "Zegen mij: maak mijn grondgebied groot en bescherm me tegen het kwaad, zodat ik geen pijn hoef te lijden."
Dit gebed is van ........ .
De Bijbel zegt dat Jabes in hoger aanzien stond dan zijn broers. Zijn moeder had hem Jabes genoemd en gezegd: "Ik heb hem in pijn gebaard." Jabes bad tot de God van Israël: "Zegen mij: maak mijn grondgebied groot en bescherm me tegen het kwaad, zodat ik geen pijn hoef te lijden." God gaf hem wat hij gevraagd had
(1 Kronieken 4:9-10).
In het Bijbelboek Ester staat dat Mordechai in rang onmiddellijk volgde op koning Ahasveros. Hij stond in aanzien en was geliefd en streefde het geluk van zijn volk na. Ook was hij een pleitbezorger voor het welzijn van allen die tot het volk behoorden.
Op welke persoon uit het Oude Testament lijkt hij?
Jozef nam, evenals Mordechai onder Ahasveros, een positie in, rechtstreeks onder de koning (Farao). Ook hij had het welzijn van zijn volk op het oog. In type zijn zij beiden een beeld van de Heer Jezus, de Zoon van God, die als mens op aarde op een volmaakte wijze deze kenmerken vertoonde en in alles handelde naar de wil van zijn God en Vader.
In het gebied van de Gerasenen heeft Jezus een man genezen. De man wil bij Jezus blijven, maar die staat hem dat niet toe. Hij krijgt de opdracht om aan zijn mensen te vertellen wat de Heer voor hem heeft gedaan.
Waar heeft de man dit bekendgemaakt?
De man geeft gehoor aan de opdracht van Jezus en maakt in Dekapolis bekend wat Jezus voor hem heeft gedaan. Zie Marcus 5:20.
Wat zegt Maria als ze alles gehoord heeft wat de engel Gabriël haar is komen vertellen?
"De Heer wil ik ........ : laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd."
In de Bijbel staat dat Maria zegt: “De Heer wil ik dienen (HSV: Zie, de dienares van de Heere): laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd."