Hagar, de slavin van Sara, vlucht voor haar meesteres nadat die haar vernederd heeft. De HEER spreekt echter tot Hagar.
Wat antwoordt Hagar dan?
Hagar voelde zich door God gezien en riep uit: "‘U bent een God van het zien. Want,’' zei ze, "heb ik hier niet Hem gezien die naar mij heeft omgezien?''
In Prediker 1 staat: "Wat er was, zal er altijd weer zijn, wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan."
Welk Nederlands gezegde is hierop gebaseerd en staat ook letterlijk na deze passage in de tekst van Prediker 1?
De Bijbel zegt: "Wat er was, zal er altijd weer zijn, wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan. Er is niets nieuws onder de zon. Wanneer men van iets zegt: ‘Kijk, iets nieuws,’ dan is het altijd iets dat er sinds lang vervlogen tijden is geweest."
Prediker schrijft in hoofdstuk 1 vooral over hoe alle dingen zich telkens herhalen, en hoe vermoeiend (en zinloos) het allemaal lijkt te zijn.
De hogepriesters en schriftgeleerden zijn verontwaardigd als zij zien welke wonderen Jezus verricht en als zij de mensen die voor Hem uit lopen en achter Hem aan komen luidkeels horen roepen.
Als Jezus op een ezel Jeruzalem binnenrijdt, raakt de hele stad in rep en roer.
Welke vraag houdt de mensen bezig?
Toen Hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. Zie Matteüs 21:10.
De herders vinden Jozef en Maria. Ze zien het kind.
Wat doen de herders als ze dit gezin aantreffen zoals hun door de engel van de Heer is verteld?
De Bijbel zegt: "Toen ze het zagen, vertelden ze wat hun over het kind was gezegd."