Daniel geeft aan dat het gouden hoofd Nebukadnezar is (Daniel 2:38). Het rijk dat hem op zal volgen wordt voorgesteld als van zilver (vers 39). In Daniel 5:28 getuigt dezelfde Daniel dat de macht overgaat op de Meden en Perzen. Hieruit mag je achteraf concluderen dat dit zilver dus op het Medisch Perzische rijk slaat.

Daniel 8:21 geeft vervolgens het Griekse rijk (onder Alexander de Grote zoals de geschiedenis leert) als opvolger van dit Medisch Perzische rijk. Dus als de bronzen buik en lendenen.

Dit Griekse rijk werd, volgens de geschiedenis, opgevolgd door het Romeinse rijk. Zonder directe Bijbelse verwijzing zou je hieruit af kunnen leiden dat dit Romeinse rijk dus voorgesteld werd als de voeten van leem en ijzer.

Volgens Spreuken 16:20 worden zij voor gelukkig (zalig) verklaard, die op de Heer vertrouwen.

Amos richt zijn woorden met name tegen Israel (de tien  stammen), maar ook Juda (het tweestammenrijk) en de heldenvolken worden aangesproken.

In hoofdstuk 1 van het boek Amos richt Amos zich tot heidenvolken die in het verleden het volk van God slecht behandeld hebben.

In hoofdstuk 2 worden Juda en Israël aangesproken op hun slechte daden.

In Lucas 15: 17 staat: "Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger."