De dag na de terugkomst van de twee spionnen uit Jericho starten de voorbereidingen voor de overtocht over de Jordaan. Het volk krijgt opdracht om de Levitische priesters op grote afstand te volgen.
Waarom?
Het op grote afstand volgen was een praktische aangelegenheid. Eerbied voor de ark van het verbond moet er altijd zijn. De ark gaat niet als eerste naar de overkant van de Jordaan, maar pas na de laatste Israëliet. Zie Jozua 3:17.
In Psalm 9 schrijft David: "Moge de HEER een burcht zijn voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood."
Wie kan, volgens David, op de HEER vertrouwen?
David zegt: "Wie uw naam kent, kan op U vertrouwen, U verlaat niet wie U zoeken, HEER."
In de Bijbel staat de naam voor de persoon zelf. De naam geeft zijn/haar karakteristiek. Het gaat er hier dus niet om, of iemand ooit de naam van God heeft gehoord, maar of diegene Hem werkelijk kent. Die kan op Hem vertrouwen.
In het evangelie volgens Johannes staat dat er Grieken naar Jeruzalem gekomen zijn om het pesachfeest te vieren.
Wat vragen ze aan Filippus?
De Grieken wilden Jezus ontmoeten. Ze vroegen het aan Filippus, die het samen met Andreas ging vragen aan Jezus.
De twee getuigen in Openbaring hebben, zolang ze profeteren, de macht om ervoor te zorgen ........ .
Zolang de twee getuigen profeteren hebben ze de macht om de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt. Zie Openbaring 11:6.