Een belangrijk thema van Exodus is de weigering van de farao om Israël te laten gaan. Maar over wie gaat de volgende Bijbeltekst?
"En de farao gaf zijn mannen bevel om ........ , met zijn vrouw en al zijn bezittingen, uitgeleide te doen."
De farao wordt door plagen getroffen nadat hij Sarai tot vrouw in zijn huis had genomen. Abram had gezegd dat Sarai zijn zus was in plaats van zijn vrouw.
In het Oude Testament staan voorschriften voor het offeren. In Leviticus 1 gaat het bijvoorbeeld over een brandoffer.
Waar moet, volgens voorschrift, de geit of het schaap geslacht worden?
Volgens voorschrift moest dit gebeuren aan de noordkant van het altaar, ten overstaan van de HEER. De priesters, de zonen van Aäron, moesten het bloed gieten tegen de zijkanten van het altaar.
Waar woont de profeet Ezechiël als hij het eerste visioen van de HEER krijgt en de opdracht om te profeteren?
Na het visioen is Ezechiël weer terug op de plaats waar hij woonde, bij de Joodse ballingen uit Juda bij het Kebarkanaal in Babel. Het Kebarkanaal staat in verbinding met de Eufraat.
In zijn eerste brief schrijft Petrus over een steen die de bouwers hebben afgekeurd en die een hoeksteen is geworden. Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot.
Waarom struikelt men hierover?
De Bijbel zegt: "Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot. Zij struikelen omdat ze weigeren Gods woord te gehoorzamen."