Jakob verlaat Berseba en gaat op weg naar Charan. Onderweg komt hij op een plaats waar hij overnacht en in een droom een belofte van God krijgt. De volgende ochtend geeft hij die plaats de naam Betel.
Wat was de oorspronkelijke naam van deze plaats?
Jakob gaf die plaats de naam Betel; vroeger heette het daar Luz.
Zie Gen. 28:19.
De profeet Ezechiël moet regelmatig namens God spreken. Hij moet bijvoorbeeld een dodenklacht aanheffen en zeggen: "Alle volken die je kenden staan verbijsterd over je lot; je bent een schrikbeeld geworden, tot in eeuwigheid zul je er niet meer zijn."
Tegen wie zegt hij dat?
Zowel Ezechiël als Daniël ziet achter aardse machthebbers ook geestelijk machten schuilgaan. Ezechiël moet deze dodenklacht aanheffen tegen de koning van Tyrus. Maar wie is dat?
Tyrus (een havenstad in Fenicië ten noorden van Israël) wordt zelf aangesproken in Ezechiël 27:32-26. Daarna wordt de vorst of prins van Tyrus aangesproken in hoofdstuk 28:1-10, maar er blijkt een nog 'hoger' kwaad verborgen te zijn in de geestelijke wereld. Daarom moet Ezechiël tenslotte deze dodenklacht profeteren tegen de 'koning van Tyrus' en daarmee wordt de duivel, satan zelf, bedoeld zoals afgeleid kan worden uit de uitdrukking: dat hij 'in de tuin van Eden heeft geleefd'.
Hoe werd Jakobus, de broer van Johannes, omgebracht?
In de Bijbel staat dat Herodes Jakobus met het zwaard liet ombrengen.
In zijn tweede brief roept de apostel Petrus zijn lezers op tot een vroom leven. Hij zegt dat zij zich met al hun krachten moeten inspannen om hun geloof te verrijken.
Welke eigenschappen noemt hij?
2 Petrus 1:5-8 zegt: "Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor broeders en zusters met liefde voor allen. Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus niet nutteloos maar vruchtbaar."