Genesis is het eerste Bijbelboek. Hierin staat dat Adam en Eva mogen wonen in 'het paradijs', een prachtige tuin.
In de Bijbel heet deze plek: de tuin van ........ .
De 'tuin in Eden' of de 'hof van Eden' wordt beschreven als een prachtig paradijs dat God voor Adam en Eva had gemaakt. Eden is een landstreek en deze tuin lag in die landstreek. De hof van Getsemane is een tuin die vlakbij Jeruzalem ligt en pas in het Nieuwe Testament genoemd wordt (Marcus 14:32).
Het volk Israël vierde een aantal feesten per jaar. De voorschriften daarvoor vinden we in de Bijbel, met name in het boek Leviticus.
Op Grote Verzoendag moest een dier, figuurlijk beladen met de zonden van het volk, de woestijn in gestuurd worden.
Wat voor dier?
Tijdens Grote Verzoendag moesten er twee geitenbokken worden genomen. De een moest worden geslacht en de ander werd -beladen met de zonden van het volk- de woestijn in gestuurd. Het was het teken dat de zonden waren weggenomen en vergeven.
Uiteraard ziet dit op het offer van Christus, die ook de zonden op zich nam.
Hier komt ook onze uitdrukking 'hij is de zondebok' vandaan.
Een van de vier evangeliën in het Nieuwe Testament van de Bijbel is geschreven door Matteüs. in dit evangelie zegt Jezus tegen Petrus dat hij iets 'tot zeventig maal zeven keer' moet doen.
Wat moet Petrus zo vaak doen?
In de Bijbel staat dat Petrus aan Jezus vraagt hoe vaak hij zijn broeder of zuster zou moeten vergeven. Het antwoord van Jezus geeft aan dat vergeven in feite altijd moet.
In welk Bijbelverhaal komt dit dier voor?
Vlak voor het pesachfeest reed Jezus op een ezel de stad Jeruzalem binnen (Matteüs 21).
De goede herder had een kudde schapen (Johannes 10) en de verloren zoon paste op de varkens (Lucas 15).