Koning Salomo is het ultieme voorbeeld van iemand die door God gezegend is. Toch keert hij God de rug toe en dient de afgoden. God is daar woedend over en scheurt het koningschap van Salomo los. God zegt dat heel duidelijk tegen Salomo en tegen de profeet Achia, die Jerobeam als nieuwe koning aanwijst.
Waarom wordt de scheuring pas een feit, na de dood van Salomo?
In de Bijbel zegt God tegen Salomo: "Daarom zal Ik het koningschap van je losscheuren en het aan een van je ondergeschikten geven. Maar omwille van je vader David zal Ik wachten tot na je dood, en pas je zoon het koningschap ontnemen. En omwille van mijn dienaar David en omwille van Jeruzalem, de stad die Ik heb uitgekozen, zal Ik je zoon niet het hele koninkrijk ontnemen; één stam zal Ik hem laten houden." (1 Koningen 11:11-13).
De Psalmen zijn geschreven door verschillende auteurs, van wie David de bekendste is.
Welk woordje komt vaak in de psalmen voor, maar wordt meestal niet uitgesproken of vertaald?
Gezien de onzekerheid laat men in vertalingen het woord sela meestal onvertaald. Maar het wordt niet weggelaten in de Nieuwe Bijbelvertaling. Het blijft gewoon staan in de vertaling op de plaatsen waar het staat in het Hebreeuws. Het is wel duidelijk dat sela een aanwijzing bij de psalmtekst is en niet een onderdeel van de psalmtekst. Daarom wordt het woord meestal op een aparte plaats afgedrukt, helemaal aan de rechterkant van de pagina (en soms cursief gedrukt). Bij voorlezing van de psalmen wordt het woord sela meestal niet uitgesproken.
In het Bijbelboek Handelingen wordt het doen en laten van de apostelen, na de hemelvaart van Jezus, beschreven.
Hoe is het boek Handelingen te omschrijven?
In Handelingen 1 staat dat Lucas verder gaat met zijn vertelling, nadat de Heer is opgevaren naar de hemel.
Het is een duidelijk reisverslag met alle gebeurtenissen daarbij.
In het laatste boek van de Bijbel, de Openbaring, worden verschillende dieren vermeld.
Welk dier wordt niet genoemd in de Openbaring?
De olifant komt er niet in voor.
De andere dieren worden wel genoemd in Openbaring. Het Lam (hoofdstuk 5), het paard (hoofdstuk 6) en de schorpioen (hoofdstuk 9).