2850 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
In het vijfde boek van de Bijbel, in Deuteronomium, worden verschillende voorschriften genoemd. Zo wordt er bijvoorbeeld gezegd wat men niet moet doen als men een verdwaald rund of schaap van een ander aantreft.
Wat moet men dan niet doen?
In Deuteronomium 22:1 staat: "Als u een verdwaald rund of schaap van een ander aantreft, moet u daar niet uw schouders over ophalen."
In het vervolg van dit vers staat dat men het dier meteen moet terugbezorgen. Men mag het dier dus niet slachten of zichzelf toe-eigenen, maar dat staat er niet letterlijk.
Salomo, de spreukendichter, zegt tegen zijn zoon dat hij ‘Wijsheid’ hoog moet schatten. Salomo zegt: "Zeg tegen Wijsheid: Je bent ........ ."
Salomo's zoon krijgt de opdracht om Wijsheid zijn zuster te noemen en Inzicht zijn vriendin.
Een van de vier evangeliën in de Bijbel is geschreven door Lucas. Hij vertelt over de schoonmoeder van Simon (Petrus) die door Jezus genezen wordt van hoge koorts.
Wat doet deze vrouw direct daarna?
De Bijbel zegt: "Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe. Die verliet haar, en meteen stond ze op en begon voor hen te zorgen."
Een van de brieven in het Nieuwe Testament van de Bijbel is geschreven door de apostel Jakobus. In hoofdstuk 3 waarschuwt hij ergens heel stellig voor.
Wat noemt hij ‘ontembaar, een onberekenbaar kwaad vol dodelijk venijn’?
Woorden kunnen mensen beschadigen. Jakobus schrijft uitgebreid over de manier waarop wij horen te spreken. In Jakobus 3:8-9 zegt hij: "Maar er is geen mens die de tong kan temmen, dat onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn. Met onze tong zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft geschapen als zijn evenbeeld."
© 2015 - Martin van Toll Producties |