Hebron is een stad, 36 km ten zuiden van Jeruzalem. De oude naam is Kirjat-Arba. Hier woonden Abraham (Genesis 13:18), Isaak (Genesis 35:27) en Jakob (Genesis 37:14). Abraham kocht er een akker met een grot waarin hij zijn overleden vrouw Sara begroef. De stad ligt op een heuvel, bij een dal. Het dal Hebron is gelijk aan de vlakke velden van Mamre.

De zonen van Israël (dat is Jakob) waren samen met hem naar Egypte gekomen, waar Jozef onderkoning was. In totaal waren er zeventig personen die van Israël afstamden met hem meegegaan naar Egypte.

Er waren twaalf manden over nadat de mensen gegeten hadden. Hier zie je iets van de rijkdom van Jezus. Bij Hem is nooit tekort.

Petrus wijst zijn lezers er in het eerste hoofdstuk van zijn brief met nadruk op dat ze zich mogen verblijden over hun 'onvergankelijke erfenis, die nooit verwelkt en op hen wacht in de hemel'.