Door te vragen naar iets wat net naast de waarheid zat stelde de slang Eva op de proef. Helaas had Eva ook niet goed op een rijtje wat God tegen Adam had gezegd. In haar beleving was de boom van kennis van goed en kwaad het centrum van het paradijs, terwijl de boom van het leven het middelpunt was (Genesis 2:9).
Zo kwam ze door een paar kleine afwijkingen van de waarheid tot ongehoorzaamheid aan God en at ze van de verboden boom.

Voordat Ezechiël in een visioen naar de tempel in Jeruzalem werd gevoerd, zag hij een gedaante als van vuur. Hij werd door deze gedaante bij zijn haren gepakt en meegevoerd naar de ingang van de tempel in Jeruzalem.

Daar zag hij de stralende verschijning van de God van Israël en daarna de afschuwelijke dingen die daar gebeurden.

De Bijbel vertelt dat Jezus, nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, grote honger had.

Saulus was onderdeel van een soort joodse godsdienstpolitie en hij was erg gedreven. Hij wilde zelfs christenen oppakken en vervolgen in het buitenland en was daarom onderweg naar Damascus. Onderweg werd hij verblind door een licht. Een zonnebril zou niet geholpen hebben om je tegen dat licht te beschermen. Jezus zelf sprak tot hem. Het was het begin van een ommekeer waarbij zijn gedrevenheid van pas kwam om de boodschap van God te verspreiden onder zijn nieuwe naam ‘Paulus’. De Bijbelpassages waar dit beschreven staat zijn: Handelingen 9:3, 22:6, 26:13 ‘de bekering van Saulus’.