2890 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Na de vierde plaag ontbood de farao Mozes en Aäron en zei: "Goed, ga uw God maar offers brengen, maar blijf in mijn land."
Welke reden geeft Mozes waarom ze niet in het land kunnen offeren?
Met de vierde plaag liet God zwermen steekvliegen over Egypte komen. Hij maakte een uitzondering voor het land Gosen.
De farao dacht een compromis te kunnen sluiten en wilde het volk wel hun offers laten brengen aan hun God, maar dan wel in Egypte. Mozes stemde hier niet mee in. Daarna beloofde de farao dat het volk de woestijn in mocht trekken om daar te offeren (zie Exodus 8:20-24).
In Deuteronomium worden de wetten van God nog eens herhaald. Ook wordt de opdracht vermeld om het land Kanaän te gaan veroveren, maar Moab en Ammon mogen niet worden aangevallen.
Waarom niet?
Deuteronomium 2:19 zegt dat God dit land aan Lot heeft gegeven en dat de Israëlieten dat volk daarom niet vijandig mogen bejegenen.
In Jeremia 28 staat de profetie van de profeet Chananja.
Wat is het verschil tussen deze profetie en die van Jeremia in hoofdstuk 27?
Jozef, de man van Maria, krijgt een eerste bezoek van een engel van de Heer. Deze engel haalt de volgende profetie uit het Oude Testament aan: "De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren en men zal Hem de naam Immanuel geven."
Wie sprak deze profetie uit?
De Bijbel zegt: "Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw (HSV:maagd) is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen."
© 2015 - Martin van Toll Producties |