In verband met een hongersnood reist de persoon Israël (=Jakob) met zijn gezin naar Egypte. De familie blijft daar wonen en groeit in een paar eeuwen uit tot een talrijk volk. De farao van Egypte wordt dan bang dat de Israëlieten te machtig worden en onderdrukt hen daarom wreed.

Salomo zegt dat zo iemand zich als een os naar de slachtbank laat leiden en niet beseft dat het tot zijn dood leidt.

Johannes schrijft hierover:"Het was kort voor het Joodse pesachfeest, en veel mensen uit de omgeving gingen al vóór het feest naar Jeruzalem om zich te reinigen." Johannes 11:55.

"De volgende dag was er al een grote menigte in Jeruzalem voor het feest." Johannes 12:12.

Tijdens de kerstdagen wordt de geboorte van Jezus Christus op aarde gevierd. Het sterven van Jezus wordt herdacht op Goede Vrijdag en de lijdensweg in de veertig dagen eraan voorafgaand. Met Hemelvaart wordt herdacht dat Jezus teruggegaan is naar zijn Vader in de hemel.