In Numeri 20 staat dat Mozes tegen de rots moet spreken, maar uit boosheid slaat Mozes met zijn staf op de rots. Dan komt er water, maar Mozes wordt bestraft omdat hij niet op God heeft vertrouwd (vers 12).

Dit is de tweede keer dat er water uit de rots komt. De eerste keer, kort na het vertrek uit Egypte, verwijten de Israëlieten Mozes dat er geen water is om te drinken. Die eerste keer moet Mozes van de Heer op de rots slaan (Exodus 17:1-7).

Prediker 7 vers 1 zegt: "Beter een goede naam dan een kostbare geur."

In Lucas 5:13 staat: "Jezus stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein!’ En meteen verdween zijn ziekte." 

Vervolgens staat in vers 14 dat Jezus tegen de man zegt dat hij moet gaan en zich aan de priester moet laten zien.

"Uw geloof heeft u gered", zegt Jezus tegen de vrouw, die al twaalf jaar aan bloedverlies leed (Lucas 8:48), tegen de Samaritaan die werd genezen van een huidziekte (Lucas 17:19), tegen een blinde in Jericho (Lucas 18:41-42) en tegen de vrouw, die zijn voeten met olie zalfde (Lucas 7:50). Tegen deze laatste vrouw zegt Hij in vers 48 bovendien: "Uw zonden zijn u vergeven". Verder zegt Jezus ditzelfde tegen de verlamde in Lucas 5:20.

Elisabeth was onvruchtbaar en nu waren ze beiden op een leeftijd gekomen dat het eigenlijk niet meer mogelijk was.

Lucas vertelt dat Zacharias ervoor bad. Zij wilden dus dolgraag kinderen.