De Israëlische Mozes wordt als baby in een mandje bij de Nijl gelegd en gevonden door de dochter van de farao. Zij is vol medelijden en adopteert hem als haar eigen zoon.

Als Mozes veertig jaar is vlucht hij weg, nadat hij in opstand is gekomen tegen de onderdrukking van zijn Hebreeuwse volksgenoten.

 Het Spreukenboek telt 31 hoofdstukken.

Johannes de Doper getuigt na de doop van Jezus: "Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten."

"Van Petrus, apostel van Jezus Christus. Aan de uitverkorenen die als vreemdelingen verspreid in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië verblijven" (1 Petrus 1:1).

"En als u Hem Vader noemt die iedereen naar zijn daden beoordeelt, zonder aanzien des persoons, heb dan ook ontzag voor Hem tijdens uw leven als vreemdeling." (1 Petrus 1:17).