Welke gebieden en/of wateren in het beloofde land geeft de Heer als grenzen aan Jozua aan?
De Heer zegt dat het gebied van het volk Israël zich zal uitstrekken van de woestijn tot de Libanon en van de rivier de Eufraat tot de Grote Zee in het westen. De Tigris loopt ten oosten van Assyrië (Genesis 2:14); de Jordaan moest het volk overtrekken om in het beloofde land te komen en door de Rietzee trokken ze onder leiding van Mozes (Exodus 14).
De 'vage' aanduidingen lijken eerder een aanmoediging om ruim land in bezit te nemen dan een exacte grensbepaling. De beperking lag in een grote woestijn, een grote berg (Libanon), een grote rivier en een grote zee.
Van welke psalm is bekend dat die door Mozes is geschreven?
Het opschrift van psalm 90 luidt: “Een gebed van Mozes, de godsman”. Van de andere genoemde psalmen worden de auteurs niet genoemd.
Jezus houdt een toespraak over zijn Vader in de hemel en zichzelf. Johannes beschrijft dat de Joden Hem eerst uitmaken voor een Samaritaan en later voor een bezetene.
Jezus zegt: "Als iemand mijn woord bewaart zal hij de dood niet zien." Hoe reageren de Joden vervolgens?
De Joden zeggen: "Bent U soms meer dan onze vader Abraham, die gestorven is? Wie denkt U wel dat U bent?"
Maria gaat op reis naar Elisabet en haar man Zacharias. Zij wonen in een stad in Juda.
Hoe wordt het landschap waarin deze stad ligt omschreven?
De Bijbel zegt: "Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda."