Jozua en zijn leeftijdsgenoten zijn gestorven; de volgende generatie is niet vertrouwd met de HEER en weet niet meer wat Hij voor Israël gedaan heeft. Zij krenken de HEER en keren Hem de rug toe door vreemde goden te dienen.
Welke goden dienen zij?
Baäl was een god van de Kanaänieten.
Astarte was een godin van de Feniciërs.
Moloch was een god van de Ammonieten.
Dagon was een een god van de Filistijnen.
Kemos was een god van de Moabieten.
In het Bijbelboek Spreuken wordt veel gesproken over dwazen, luiaards en onverstandige mensen. Een luiaard vraagt zich in de zomer af waarom hij niet kan oogsten.
Wat is hierop het antwoord?
Een luiaard ploegt niet in de herfst (winter) en vraagt zich dan in de zomer af waarom hij niet oogsten kan (Spreuken 20:4).
Denk ook aan ons spreekwoord: Wie niet zaait, zal ook niet oogsten.
Een van de vier evangeliën in de Bijbel is geschreven door Johannes. Hierin wordt verschillende keren gesproken over boze Joden, die Jezus willen stenigen.
Wat is het vooral dat hen zo boos maakt?
In de Bijbel staat dat ze uitdrukkelijk zeggen waarom Hij de dood verdient: "U bent een mens, maar U beweert dat U God bent!"
Paulus wil niet hoog van zichzelf opgeven en schrijft ook dat hem iets dwarszit om te verhinderen dat hij zichzelf zou verheffen.
Hoe noemt hij dat?
In de Bijbel staat: "Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan."