1 Korinthiërs - Kernpunten
1 Korinthiërs in vogelvlucht
Als hij op gras zit, wordt een kameleon groen, terwijl hij op de kale aarde bruin wordt. Het dier verandert zodra zijn omgeving verandert. Er zijn meer schepsels die zich aan de natuur aanpassen met prachtige door God ontworpen camouflagekleding. Zo overleven zij. Het is een natuurlijke zaak als men zich aan de omgeving aanpast.
Maar een volgeling van Christus is een nieuwe schepping, geboren uit God en innerlijk veranderd; met een levensstijl en waarden die de wereld aanklagen en botsen met de voor de wereld aanvaardbare moraal. De christenen in Korinthe worstelen met de maatschappij, waarin zij leven. Omringd door corruptie en elke denkbare zonde voelen zij de druk om daaraan toe te geven, compromissen te sluiten en zich aan de omgeving aan te passen. Zij weten wel dat zij in Christus vrij zijn, maar wat houdt die vrijheid in? Hoe moeten zij omgaan met afgoden, met seksualiteit? Hoe moeten zij denken over het huwelijk, vrouwen in de gemeente en de gaven van de Heilige Geest? Dat zijn geen theoretische problemen meer; de gemeente wordt ondermijnd door immoreel gedrag en geestelijke onvolwassenheid. Hun geloof wordt op de proef gesteld in de drukke maalstroom van het zondige Korinthe en de gelovigen voelen zich afglijden.
Paulus had van hun strijd gehoord en schrijft daarop deze brief om een antwoord te geven op hun problemen, hun verdeeldheid op te heffen en hun vragen te beantwoorden. Paulus confronteert hen met hun zonden en met hun behoefte aan correctie en duidelijke toewijding aan Christus. 1 Korinthiërs opent met een korte inleiding (1:1-9). Paulus snijdt daarna gelijk de kwestie van de eenheid aan (1:10-4:21). Hij benadrukt de heldere en eenvoudige boodschap van het Evangelie, waarom het in het leven van iedere christen moet draaien; hij legt de rol van de apostelen en andere gemeentelijke leiders uit en dringt er bij de lezers op aan te groeien in hun geloof.
Paulus noemt dan als belangrijke zorg het zondige gedrag van sommige gemeenteleden en de rechtszaken tussen christenen onderling (5:1-6:8). Hij stelt dat zij gemeentelijke tucht moeten toepassen en hun zaken zelf moeten regelen.
Omdat zoveel problemen in de gemeente van Korinthe met seks te maken hebben, veroordeelt Paulus seksuele zonden in zeer harde en duidelijke bewoordingen (6:9-20).
Vervolgens beantwoordt Paulus enkele specifieke vragen van de Korinthiërs. Door prostitutie en allerlei perverse uitwassen waren huwelijken in Korinthe een aanfluiting, maar de christenen wisten niet precies hoe daarop te reageren. Paulus geeft spitse en praktische antwoorden op die vragen (7:1-40).
Met betrekking tot hun vraag over aan afgoden gewijd vlees, geeft Paulus aan dat zij een volkomen toewijding aan Christus moeten tonen en gevoelig moeten zijn voor wat andere gelovigen bezighoudt, met name de zwakkere broeders en zusters (8:1-11:2).
Paulus’ volgende onderwerp is de eredienst en zorgvuldig gaat hij in op de rol van vrouwen, het Avondmaal en de gaven van de Geest (11:3-14:39). Ingeklemd tussen deze uiteenzettingen staat de indrukwekkende beschrijving van de grootste gave, de liefde (13:1-24).
Paulus besluit dan met een bespreking van de opstanding van Christus (15:1-58), enkele slotgedachten, groeten en een zegenwens (16:1-24). 1 Korinthiërs is een krachtig voorbeeld van de harde, maar liefdevolle aanpak, waarmee Paulus de Korintische gelovigen hun zonden en tekortkomingen voorhoudt. 1 Korinthiërs roept trouwens alle christenen op zorgvuldig te zijn en zich niet te vermengen met de wereld, geen wereldse waarden en levenswijzen over te nemen. Wij moeten alleen op Christus vertrouwen en zonder blaam en liefdevol voor God leven. Als je 1 Korinthiërs leest, denk dan eens na over welke waarden in jouw leven gelden en of je wel volkomen bent toegewijd aan Christus.
2 Korinthiërs - Kernpunten
2 Korinthiërs in vogelvlucht
Glibberend door de eeuwen fluistert de slang zijn schitterende beloften. Verlokkend, bedriegend en verleidend dringt hij er bij de mensen op aan God af te wijzen en hém te volgen. Satan heeft altijd al veel afgezanten gehad: valse profeten die Gods vertegenwoordigers tegenspraken, ‘vrome’ leiders die godslasterlijke dingen de wereld inslingerden, ketters die de gemeenten binnendrongen. En de misleiding duurt voort. Onze wereld is vol valse aanbidding, theorieën en ideologieën, die allemaal beloven de weg naar God te wijzen.
Paulus wijdde zijn hele leven aan de verspreiding van de blijde boodschap in de meest afgelegen delen van de toen bereikbare wereld. Op drie zendingsreizen en ook tijdens andere reizen verkondigt hij Christus, bekeert mannen en vrouwen en vestigt gemeenten. Maar al te vaak zijn deze nieuwe gelovigen een gemakkelijke prooi voor dwaalleraars. Deze valse leraars vormen een voortdurende bedreiging voor het Evangelie en de jonge Gemeente. Paulus moet dan ook veel tijd besteden om de gelovigen te waarschuwen en te corrigeren.
De gemeente van Korinthe is zwak. Omringd door afgoderij en immoreel gedrag, worstelen de leden met hun christelijk geloof en levenswijze.
In persoonlijke bezoeken en brieven probeert Paulus hun vragen te beantwoorden, hun conflicten te beslechten en hun problemen op te lossen. 1 Korinthiërs ging in op specifieke morele kwesties in de gemeente en gaf antwoorden op vragen over seksualiteit, huwelijk en gevoelige gewetensvragen. Die brief draaide niet om de zaak heen en werd door de meerderheid goed ontvangen. Maar er waren ook dwaalleraars die Paulus’ gezag openlijk betwijfelden en zijn motieven in een verkeerd daglicht stelden. Paulus schrijft daarop de tweede brief aan de Korinthiërs om zijn positie te verdedigen en zijn afkeuring uit te spreken over degenen die de waarheid verdraaien.
2 Korinthiërs was voor Paulus een moeilijke brief om te schrijven, want hij moet daarin zijn ‘geloofsbrieven’ als apostel afgeven. Je ervaart bij het lezen dat hij dit met tegenzin doet, maar hij weet dat het noodzakelijk is om de minderheid die nog tegen hem is, aan zijn zijde te krijgen. Paulus weet echter dat de meeste gelovigen in Korinthe zijn eerdere woorden ter harte hebben genomen en groeiden in het geloof. En daar is hij dankbaar voor. Deze brief bevat daarom ook een bevestiging van hun toewijding aan Christus.
Aan het begin van de tweede brief aan de Korinthiërs herinnert Paulus zijn lezers aan: 1 de relatie die hij met hen heeft: hij is altijd volstrekt eerlijk, oprecht en betrouwbaar geweest tegenover hen (1:12-14); 2 zijn reis: hij is van plan hen weer te bezoeken (1:15-2:3) en 3 zijn vorige brief (2:4-11). Hij vervolgt dan direct met het doel van zijn opdracht en de vreugde die hem dat geeft. Hij wijst op de aard, het karakter en de resultaten van zijn arbeid onder hen om zijn oprechtheid en de geldigheid van zijn boodschap aan te tonen en om er bij hen op aan te dringen de waarheid vooral niet de rug toe te keren (3:1-7:16).
Vervolgens brengt hij een collecte voor de arme christenen in Jeruzalem onder hun aandacht. Hij vertelt de Korinthiërs hoe anderen op die behoefte hebben gereageerd en roept hen op hun liefde ook op tastbare wijze te tonen (8:1-9:15). Dan grijpt Paulus terug naar de kwestie van zijn ‘geloofsbrieven’ en zegt nog eens overduidelijk een echte apostel te zijn, in tegenstelling tot anderen die dat ook beweren, maar het niet zijn (10:1-13:14).
Wanneer jij deze uiterst persoonlijke en autobiografische brief leest, luister dan naar Paulus’ liefdevolle woorden en dringende waarschuwingen en vertrouw op de waarheid van Gods Woord.
Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.