Kernpunten
Galaten in vogelvlucht
Een familie gaat rond middernacht op de vlucht, die zorgvuldig is voorbereid, op weg naar de grens…Een man staat buiten de gevangenismuren, ademt frisse lucht in, staat in het stralende zonlicht…Een jonge vrouw beseft dat elk spoor van de vernietigende drugs uit haar lichaam is verdwenen… zij zijn VRIJ!
Met nieuwe moed kunnen zij een nieuw leven beginnen.
Of het nu gaat om onderdrukking, vrijkomen uit de gevangenis of breken met een verslavende gewoonte: vrijheid betekent ‘leven’. Niets maakt zo blij als te weten dat het verleden vergeten wordt en nieuwe mogelijkheden voor ons liggen. Mensen smachten naar vrijheid.
De brief aan de Galaten is het ‘Handvest van christelijke vrijheid’. In deze doordachte brief verkondigt Paulus de realiteit van onze vrijheid in Christus: vrijheid van de wet, vrijheid van de macht van de zonde, vrijheid om onze levende Here te dienen.
De meeste eerste gelovigen en jonge leiders van de Gemeente waren Joden die verkondigden dat Jezus de Messias is. Als Joodse christenen worstelden zij met hun tweeledige identiteit: hun Jood-zijn dwong hen tot strikte gehoorzaamheid aan de wet, maar hun nieuwe geloof in Christus nodigde hen uit te genieten van een heilige vrijheid. Zij vroegen zich dan ook af hoe niet-Joden deel konden uitmaken van het hemelse Koninkrijk. Deze tegenstelling richtte veel kwaad aan in de jonge Gemeente.
judaïsten (een extreem-Joodse partij binnen de Gemeente) leerden dat niet-Joodse gelovigen behalve in Christus te geloven ook de Joodse wetten en gebruiken in acht moesten nemen. Als apostel en zendeling naar de heidenen komt Paulus deze kwestie vele malen tegen.
wordt, met het oog daarop, geschreven om de leer van de judaïsten te weerleggen en de gelovigen terug te leiden naar het zuivere Evangelie. Het goede nieuws betekent voor alle mensen (zowel Joden als niet-Joden) hetzelfde. Verlossing komt tot stand door Gods genade door het geloof in Christus Jezus en door niets anders. Geloof in Christus betekent echte vrijheid.
Na een korte inleiding (1:1-5) richt Paulus zich tot de mensen die het verdraaide evangelie van de judaïsten aanvaarden (1:6-9). In kort bestek vertelt hij over deze tegenstelling en hoe hij in botsing kwam met Petrus en andere leiders van de gemeente (1:10-2:16). Dan toont Paulus aan dat verlossing alleen door geloof kan ontstaan, en gebruikt daarbij het voorbeeld van zijn eigen bekering (2:17-21). Hij herinnert zijn lezers aan hun eigen ervaring met het Evangelie (3:1-5) en laat zien wat het Oude Testament leert over genade (3:6-20). Vervolgens legt hij uit wat het doel van Gods wetten is en welke verband er bestaat tussen de wet, Gods beloften en Christus (3:21-4:31).
Op deze redenering bouwt Paulus zijn stellingname over christelijke vrijheid. Wij worden gered door geloof, niet door iets wat wij zelf kunnen doen (5:1-12); onze vrijheid betekent dat wij vrij zijn onze naasten lief te hebben en te dienen, niet om het verkeerde te doen (5:13-26); bovendien moeten christenen elkaars lasten dragen en goed zijn voor elkaar (6:1-10). In 6:11-18 geeft Paulus zijn slotgedachten door, waarvoor hij zelf de pen ter hand neemt.
Als je de brief aan de Galaten leest, probeer dan dat conflict uit de eerste eeuw – over genade tegenover wet en geloof tegenover werken – eens te begrijpen. Wees daarbij ook bedacht op de moderne varianten daarvan. Probeer, net als Paulus, de waarheid van het Evangelie te verdedigen en wijs iedereen af die aan deze waarheid iets wil toevoegen of verdraaien. In Christus ben je vrij – stap dus in het Licht en wees onvoorstelbaar blij!
Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.