MOB-versie | Naar grote versie



Filemon

Kernpunten

  • Doel: Filemon te overtuigen dat hij Onesimus, zijn weggelopen slaaf, vergeving moet schenken en hem aannemen als een broeder in het geloof.
  • Schrijver: Paulus
  • Geschreven voor: Filemon, waarschijnlijk een welgesteld lid van de gemeente in Kolosse.
  • Datering: Omstreeks het jaar 60, tijdens Paulus’ eerste gevangenschap in Rome, toen hij ook zijn brieven aan de Efeziërs en de Kolossenzen schreef.
  • Achtergrond: Slavernij was algemeen aanvaard in het Romeinse Rijk en het is duidelijk dat ook een aantal christenen slaven hadden. Paulus spreekt in zijn brieven geen oordeel uit over de slavernij. Maar dat hij deze slaaf Filemons broeder in Christus noemt, was wel een radicale uitspraak.
  • Sleutelverzen: "Misschien kunt u het zo bekijken: u bent hem een tijdje kwijt geweest, maar nu kan hij voor altijd van u zijn, niet alleen als uw slaaf, maar ook als uw geliefde broeder, die een speciaal plekje in mijn hart heeft." (1:15, 16)
  • Hoofdpersonen: Paulus, Filemon en Onesimus.
  • Belangrijke plaatsen: Kolosse en Rome.
  • Bijzondere kenmerken: De brieven aan de Kolossenzen, de Efeziërs en aan Filemon zijn vlak na elkaar geschreven en door Tychikus en Onesimus bezorgd.

 

Filemon in vogelvlucht
Op het signaal van de opzichter wordt de grote ijzeren bol vrijgelaten en met enorme kracht en een dreunende knal raakt hij de muur; stenen breken als takjes en stukken cement vliegen rond. Keer op keer raakt de krachtige slinger de muur en al snel is deze barrière teruggebracht tot een hoop puin. Dat wordt afgevoerd en de opbouw kan beginnen. Het leven kent vele muren en omheiningen die scheiding aanbrengen en mensen in hokjes onderverdelen. Deze zijn niet gemaakt van hout of steen, maar het zijn persoonlijke barrières, die mensen ervan weerhouden elkaar of God te bereiken.
Maar Christus is de beste in het ‘neerhalen van muren’. Hij heeft de ‘muur’ van de zonde neergehaald, die ons van God gescheiden hield en vernietigde de ‘muren van vijandschap’ die ons mensen uit elkaar hielden (Efeziërs 2:14-16).

 

De Romeinse, Griekse en Joodse cultuur kenden veel sociale barrières; mensen werden ingedeeld naar hun sociale klasse en van hen werd verwacht dat zij hun plaats kenden: mannen en vrouwen, slaven en vrije mensen, rijk en arm, Joden en heidenen, Grieken en barbaren, gelovigen en ongelovigen. Christus haalde deze muren omlaag en Paulus kon verkondigen: ‘In dit nieuwe leven is het van geen enkel belang van welke nationaliteit of ras u bent en evenmin welke opleiding of maatschappelijke positie u hebt. Het gaat om Christus, die alles in allen is’ (Kolossenzen 3:11).

Deze levens veranderende waarheid vormt de achtergrond voor de brief aan Filemon. De brief aan Filemon is een persoonlijk pleidooi van Paulus ter wille van een slaaf. Onesimus was het ‘eigendom’ van Paulus’ vriend Filemon, die waarschijnlijk lid was van de gemeente in Kolosse. Maar Onesimus was weggelopen en had zelfs iets van zijn meester gestolen. Hij vluchtte naar Rome, waar hij Paulus ontmoette. In Rome hoorde hij het goede nieuws en kwam hij tot geloof in Christus (1:10). Daarom schrijft Paulus aan Filemon dat hij Onesimus naar hem terugstuurt als slaaf, maar ook als broeder in Christus (1:11, 12, 15, 16). Tactvol vraagt hij of Filemon Onesimus wil vergeven en hem weer als dienaar aanvaarden (1:10, 13-16, 20). De maatschappelijke barrières uit het verleden en de nieuwe struikelblokken door Onesimus’ vlucht en diefstal, hoefden hen niet langer van elkaar te scheiden – zij waren één in Christus.


Deze korte brief is een meesterstuk van genade, liefde en tact en een diepgaand blijk van de kracht van Christus en van echte christelijke gemeenschap in aktie. Wat scheidt jou van je medegelovigen – ras, status, bezit, opleiding, karakter? Net als Filemon, roept God ook jou tot eenheid: haal die muren neer en sluit alle broeders en zusters in Christus in je armen.

 


Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.