Kernpunten
Kolossenzen in vogelvlucht
Haal de trainer van een sportteam weg en de spelers falen in het spel; snijd de benzineleiding door en de auto rijdt niet; als de stekker niet in het stopcontact zit, werkt geen enkel elektrisch apparaat en zonder hoofd zal een lichaam sterven. Of het nu gaat om leiderschap, energie of leven: verbindingen zijn van onmisbaar belang. De brief aan de Kolossenzen is een brief vol verbindingen.
Vanuit zijn gevangenis in Rome schrijft Paulus aan de gemeente in Kolosse om de verkeerde leer te bestrijden die daar was binnengedrongen. Het probleem was ‘syncretisme’, gedachten uit andere godsdiensten en filosofieën, die werden gecombineerd met de waarheid van het christendom. Die vreemde invloeden kwamen uit het heidendom en bepaalde vormen van Joods en Grieks denken. De dwaalleer die daaruit ontstond, werd later bekend als ‘gnostiek’, omdat de nadruk wordt gelegd op ingewijde kennis (gnosis in het Grieks). Deze leer ontkende dat Christus God en Redder was. Paulus strijdt tegen deze dwaalleer door te benadrukken dat Christus God is en als offer voor onze zonden aan het kruis gestorven is. Christus is God, die mens geworden is en Hij is de enige weg tot vergeving en vrede met God. Alleen door in geloof met Christus verbonden te zijn, kan iemand eeuwig leven ontvangen en alleen door een voortdurende verbinding met Hem kan men leven door Gods kracht. Christus is God en mens en Hij is de enige weg naar vrede met God de Vader. Paulus benadrukt ook hoe belangrijk het is dat gelovigen met elkaar verbonden zijn als het lichaam van Christus in deze wereld. In het begin van de brief aan de Kolossenzen groet Paulus de gemeente. Hij dankt God en bidt om geestelijke wijsheid en kracht voor deze broeders en zusters in Christus (1:1-13). Hij gaat verder met een leerstellige bespreking van de persoon en het werk van Christus (1:14-23), waarin hij uitlegt dat ‘in de persoon van Christus de onzichtbare God zichtbaar geworden is’ (1:15). ‘Hij is de Schepper (1:16), het hoofd van het lichaam, zijn Gemeente, en de leider van al degenen die uit de doden opstaan’ (1:18). Zijn dood aan het kruis heeft ons in de dichte nabijheid van God gebracht’ (1:22).
Vergeleken met Gods plan is het onderwijs van de wereld volkomen leeg en daarom daagt Paulus de Kolossenzen uit om geen genoegen te nemen met oppervlakkige antwoorden en dicht bij hun Verlosser te blijven (1:23-2:23).
Tegen deze theologische achtergrond gaat Paulus dan in op praktische overwegingen: wat de godheid, dood en opstanding van Jezus voor alle gelovigen betekent (3:1-4:6). Omdat onze eeuwige bestemming vast ligt, moeten we onze gedachten op de hemel richten (3:1-4) en seksuele onreinheid en andere wereldse verleidingen mogen niet aan de orde zijn (3:5-8); waarheid, liefde en vrede moeten ons leven beheersen (3:9-15)). Onze liefde vóór Christus moet ook vertaald worden in liefde voor anderen: vrienden, medegelovigen, echtgenoten, kinderen, ouders, slaven en meesters (3:16-4:1). Bovendien moeten we voortdurend met God in contact blijven door het gebed (4:2-4) en elke gelegenheid aangrijpen om anderen het goede nieuws te vertellen (4:5, 6). In Christus bezitten wij alles wat nodig is om gered te worden en als christen te leven. Omdat Paulus Kolosse waarschijnlijk nooit bezocht had, besluit hij zijn brief met persoonlijke opmerkingen over hun wederzijdse christenvrienden. Dat is een directe les over het belang van verbondenheid in het lichaam van Christus.
Lees de Kolossenbrief als een brief aan een strijdvaardige gemeente in de eerste eeuw, maar lees hem ook vanwege zijn eeuwige waarheden. Laat het resultaat zijn dat je Christus nog meer waardeert en erkent als Gods Zoon en als enige bron van waaruit jij als christen kunt leven.
Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.