Kernpunten
Titus in vogelvlucht
Grote sprekers en leraars krijgen volgelingen en al snel is weer een nieuwe gemeente begonnen. Levens worden veranderd en binnengeleid in het Koninkrijk. Maar als de oprichter weggaat of sterft, valt de stimulans weg en is het hart uit de organisatie verdwenen.
Mensen kwamen op Paulus’ boodschap af.
Hij was duidelijk en motiveerde. Hij was vol van de Heilige Geest en bracht waarheidsgetrouw het goede nieuws in het Romeinse Rijk. Maar Paulus wist dat de Gemeente gebouwd moet worden op Christus en niet op een mens. Hij wist dat er een moment zou komen, dat hij zelf niet meer zou kunnen bouwen, bemoedigen, tucht uitoefenen en onderwijzen. Daarom leidde hij jonge voorgangers op om het leiderschap in de gemeente na zijn vertrek over te nemen. Daarom drong hij er bij hen op aan dat zij het middelpunt van hun leven en spreken zouden vinden in het Woord van God (2 Timotheus 3:16, 17) en anderen weer zouden opleiden om het werk later voort te zetten (2 Timotheus 2:2). Titus was een gelovige Griekse jonge man, die waarschijnlijk tot geloof was gekomen door de bediening van Paulus. Paulus had hem onderwezen en opgevoed in het geloof. Zo had hij voor de leiders van de gemeente in Jeruzalem gestaan als een levend voorbeeld van wat Christus onder de heidenen deed (Galaten 2:1-3).
Titus was een vertrouwde reisgenoot van Paulus en een van zijn naaste vrienden. Later werd hij Paulus’ speciale afgezant (2 Korinthiërs 7:5-16) en ten slotte leider van de gemeenten op Kreta (Titus 1:5). Stap voor stap hielp Paulus Titus zich te ontwikkelen tot een volwassen leider van de Gemeente. De brief aan Titus is een nieuwe stap in dit proces van leerlingschap. Net als aan Timotheüs vertelt Paulus aan Titus hoe hij de gemeenten moet organiseren en leiden.
Paulus begint met een groet en inleiding, die langer zijn dan in de meeste van zijn brieven. Hierbij geeft hij een schets van de voortgang van het leiderschap: zijn eigen bediening (1:1-3), de verantwoordelijkheden van Titus (1:4, 5) en die van de leiders die Titus moest aanstellen en opleiden (1:5). Vervolgens noemt Paulus de voorwaarden waaraan deze oudsten moesten voldoen (1:6-9); daarbij schildert hij de tegenstelling met valse leiders en leraars (1:10-16).
Dan benadrukt Paulus de betekenis van goede werken in het christenleven en vertelt hij Titus hoe hij moet omgaan met mensen van verschillende leeftijden in de gemeente (2:2-6). Hij zegt hem een goed voorbeeld te zijn van een volwassen gelovige (2:7, 8) en moedigt Titus aan met moed en overtuiging te onderwijzen (2:9-15). In het volgende gedeelte spreekt Paulus over de algemene verantwoordelijkheden van christenen in de maatschappij. Titus moet de mensen daaraan herinneren (3:1-8) en discussies vermijden die verdeeldheid zaaien (3:9-11). Paulus besluit met enkele details uit zijn reisplan en een persoonlijke groet (3:12-15).
Bij het lezen van deze brief zul je een inzicht krijgen in de organisatie en het leven van de eerste gemeente en in de principes voor de structuur van hedendaagse gemeenten. Maar laat ook de les over verantwoordelijk leiderschap tot je doordringen.
Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.