Als Jozef zijn droom aan zijn broers vertelt, krijgen ze een nog grotere hekel aan hem. Ze vragen of hij soms denkt dat hij koning over hen zal worden.

Ze hebben er geen idee van dat Jozef later onderkoning wordt en zij voor hem buigen.

Hoewel Davids metgezel hem adviseert Saul te doden met diens eigen speer, doet David dit niet omdat Saul 'Gods gezalfde' is. Hij neemt wel de speer en de waterkruik mee om Saul hier later mee te kunnen confronteren.

David had zelf een slinger met steentjes toen hij de strijd aanging met Goliat.

Nebukadnessar was een beroemde koning van het Babylonische rijk. Hij was machtig en beroemd, maar gaf God niet de eer, maar trok alle eer naar zichzelf toe.

David was een schaapherder, maar werd de tweede koning van Israel en hij was een man naar Gods hart.

De gevangenis trilde op zijn grondvesten na een hevige aardschok. De gevangenbewaarder had opdracht gekregen Paulus en Silas streng te bewaken (Handelingen 16:23) en hij trok zijn zwaard om zelfmoord te plegen toen hij zag dat de deuren van de gevangenis openstonden.