De Bijbel zegt: "Achab vertelde Izebel alles wat Elia had gedaan, ook dat hij alle profeten ter dood had gebracht. Toen liet Izebel Elia de volgende boodschap overbrengen: 'De goden mogen met mij doen wat ze willen als u morgen om deze tijd niet hetzelfde lot ondergaat als zij'."

Batseba leefde eerder dan Elia, en Atalja later.

Batseba was de moeder van koning Salomo.

Atalja regeerde ongeveer zes/zeven jaar over Juda. Zij had een staatsgreep gepleegd en geprobeerd om alle kinderen van de koninklijke familie te doden.

David vreest in de eerste verzen van deze Psalm voor wat God zal doen met hen die zondigen. Hij kan hen die het 'kwade' doen niet verdragen.

In Handelingen 10 staat dat Petrus eerst een visioen krijgt van een laken met reine en onreine dieren. En hij krijgt de opdracht deze dieren te slachten en te eten.

"Een van de oudsten sprak mij aan: 'Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?' Ik antwoordde: 'U weet het zelf, heer.' Hij zei tegen me: 'Dat zijn degenen die de grote verdrukking hebben doorstaan. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om Hem te vereren. En Hij die op de troon zit zal bij hen wonen.'"