In Numeri 27:18 staat dat de HEER tegen Mozes zegt: "Laat Jozua, de zoon van Nun bij je komen; hij is een man die geestkracht bezit. Leg hem de hand op en laat hem plaatsnemen voor de priester Eleazar en voor de hele gemeenschap. Draag in ieders aanwezigheid de leiding aan hem over."

Paulus legt aan de gelovigen in Korinte uit, dat wat in de ogen van God wijs is, in de ogen van (Griekse) mensen dwaas is. Hij legt bijvoorbeeld uit dat het kruis van Golgotha een dwaas geloof is in de ogen van mensen, maar voor God juist wijsheid is te noemen.

Paulus schrijft, dat wij door God één zijn geworden met Jezus Christus, die voor ons 'wijsheid van God' is geworden (1 Korintiërs 1:30).

Het bijzondere aan dit verhaal is, dat juist de Samaritaan degene was die hielp. Joden en Samaritanen gingen namelijk niet met elkaar om.

Aäron was de eerste hogepriester van het volk Israel. Jezus Christus wordt ook hogepriester genoemd in het Nieuwe Testament, maar dan van een veel oudere orde namelijk die van Melchisedek, die leefde ten tijde van Abraham.