De Bijbel zegt: "De HEER zei tegen Mozes: 'Maak een bronzen wasbekken op een bronzen onderstel, voor de wassingen. Zet het tussen de ontmoetingstent en het altaar en doe er water in. Met dit water moeten Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen. Ze moeten dit doen voordat ze de ontmoetingstent binnengaan, anders zullen ze sterven. Ook wanneer ze dienst gaan doen bij het altaar en de HEER een offer gaan brengen, moeten ze hun handen en hun voeten wassen, anders zullen ze sterven. Deze bepaling blijft voor altijd van kracht voor Aäron en zijn nakomelingen, voor alle komende generaties.'"

Iemand, die ritueel onrein was, moest zich ook wassen, maar dat kon op elke plaats. Het bronzen wasbekken was geheiligd (Exodus 40:9-11) en bedoeld voor de priesters om hun handen en voeten te wassen.

Iemand die gezondigd had, moest een offer brengen. Zie Leviticus 5.

Dat Daniël en zijn drie vrienden zich in deze situatie waarin zij met de dood bedreigd werden tot God wendden, toont de afhankelijkheid en het vertrouwen aan, die zij bezaten in de God van de hemel, die zij dienden.

Nadat Daniël God heeft geprezen gaat hij naar Arjoch. Hij vraagt hem het bevel om de wijzen van Babylonië te doden niet ten uitvoer te brengen. Arjoch neemt Daniël dan snel mee naar de koning.

Hosea predikte in de dagen van Uzzia, Jotam, Achaz, Hizkia, de koningen van Juda en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël.

Betlehem is in de tijd van de Bijbel een stad in het stamgebied van Juda, ook Betlehem Juda en Betlehem Efrata genoemd. Betlehem betekent 'broodhuis'. Dit is ook de stad waar David eerder is geboren.

Punt II markeert de plaats Pelusium; een oude Egyptische stad. Ook wel Sin genoemd in het Oude Testament.

Punt III markeert Nazaret, de woonplaats van Jozef, Maria en Jezus.