Nadat hun vader was gestorven, waren de broers van Jozef bang dat Jozef wraak op hen zou nemen, dus probeerden ze genade te krijgen. De Bijbel zegt: "Daarna gingen de broers zelf naar hem toe. Ze vielen voor hem op hun knieën en zeiden: 'We zijn bereid je slaaf te worden'."

De Bijbel zegt: "Aäron herhaalde woord voor woord wat de HEER tegen Mozes gezegd had, en liet het volk de wonderen zien. De Israëlieten werden hierdoor overtuigd; toen ze hoorden dat de HEER hun ellende had gezien en zich hun lot had aangetrokken, knielden ze en bogen ze zich diep neer."

Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing (Marcus 1:6).

Uit de geschiedenis van de koningin van Seba kunnen we opmaken dat Salomo een rijk gedekte tafel had (2 Kronieken 9:3-4). Daniël en zijn vrienden aten alleen groente (Daniël 1:11-16).

De geloofsgetuigen zijn voor ons tot voorbeeld en ter bemoediging. Wij worden aangespoord om hun voorbeeld na te volgen.