2843 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
David, de tweede koning van Israël, wil voor God een huis bouwen.
Wat zegt God dan tegen David?
David mag de bouw van de tempel wel voorbereiden, maar hij mag niet zelf bouwen omdat hij te veel bloed heeft vergoten. Zijn zoon Salomo mag de stenen tempel bouwen.
In zijn gebed bij de inwijding van de tempel zegt Salomo: "Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U heb gebouwd." (1 Koningen 8:27).
God zegt tegen Mozes: "Ik zal te midden van de Israëlieten wonen, en Ik zal hun God zijn." (Exodus 29:45).
En in Efeziërs 3:17 staat: "zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart."
De Psalmen, in het Oude Testament van de Bijbel, zijn geschreven door verschillende auteurs van wie David de bekendste is.
Psalm 103 zegt over de HEER: "Hij kroont u ........ ."
Paulus is op Malta en zoekt in het bos naar dor hout om dit op het vuur te gooien. Plotseling kruipt er een gifslang uit en die bijt zich vast in zijn hand.
Wat zeggen de Maltezers als zij het beest aan Paulus' hand zien hangen?
Toen de Maltezers het beest aan Paulus' hand zagen hangen, zeiden ze tegen elkaar: "Die man is vast een moordenaar." (Handelingen 28:4).
Hoe zal de Heer volgens Openbaring 1 terugkomen op aarde?
"Hij komt met de wolken, en dan zal iedereen Hem zien, ook degenen die Hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen."
© 2015 - Martin van Toll Producties |