Kernpunten
Micha in vogelvlucht
‘Ik háát je!’ schreeuwt ze en ze stormt de kamer uit.
Woorden van een kind, afgeschoten als een emotionele pijl. Misschien heeft ze die ooit van één van haar ouders gehoord of mogelijk barstte hij los vanuit dat innerlijke deel van ieder mens dat de ‘zondige natuur’ wordt genoemd. Hoe dan ook, haat en liefde zijn modewoorden van de samenleving geworden, bijna uitgekauwde clichés en zorgeloos toegepast op voorwerpen, situaties en zelfs mensen.
Het veelvuldig gebruik van woorden als ‘liefde’ en ‘haat’ heeft ze ontdaan van hun werkelijke betekenis. Niet langer begrijpen wij de woorden die een liefhebbende God beschrijven, die de zonde haat. En zo zien wij God als vriendelijk en aardig, een ‘kosmische’ doch makkelijke tegenstander. En ons begrip van wat Hij haat, wordt gedempt door onze verkeerde opvattingen en ons geloof in wat we zelf graag willen.
De woorden van de profeten staan in sterk contrast met die verkeerde opvattingen. Gods haat is echt: die brandt, verteert en vernietigt.
Hij haat de zonde en staat klaar om als de rechtvaardige Rechter de straf te bepalen voor ieder die zijn wetten trotseert. Maar Gods liefde is ook echt. Zelfs zó echt dat Hij zijn Zoon, de Messias, naar de aarde stuurde om redding te brengen en in plaats van de zondaar het oordeel te ondergaan.
Liefde en haat hebben grote overeenkomsten: beide zijn eindeloos, niet te weerstaan en ondoorgrondelijk.
In zeven korte hoofdstukken presenteert Micha zijn ware beeld van God, de Almachtige die de zonde haat en de zondaar liefheeft. Een groot deel van het boek is gewijd aan de beschrijving van Gods oordeel over Israël (het noordelijk koninkrijk), Juda (het zuidelijk koninkrijk) en de hele wereld. Dit oordeel komt omdat ‘Israël en Juda hebben gezondigd’ (1:5). Daarbij somt de profeet hun verwerpelijke zonden op: bedrog (2:2), diefstal (2:8), hebzucht (2:9), losbandigheid (2:11), verdrukking (3:3), schijnheiligheid (3:4), misleiding (3:5), onrechtvaardigheid (3:9), afpersing en leugens (6:12), moord (7:2) en andere misdaden.
Gods oordeel komt eraan.
Behalve deze overweldigende voorspelling van vernietiging geeft Micha ook hoop en troost omdat hij tevens Gods liefde beschrijft. De waarheid is dat het oordeel pas komt na vele gelegenheden tot berouw, terugkeer tot de ware eredienst en gehoorzaamheid, want ‘God wil niet anders dan dat u eerlijk en rechtvaardig bent en uw best doet liefde te bewijzen en als een nederig mens leeft met uw God’ (6:8).
Maar zelfs midden in het oordeel belooft God de kleine minderheid die Hem is blijven volgen, te bevrijden. Hij zegt: ‘Uw koning gaat voorop, de Here is uw aanvoerder’ (2:13).
Deze koning is natuurlijk Jezus Christus en wij lezen in 5:2 dat Hij als baby geboren zal worden in Bethlehem, één van de kleinste en minst aanzienlijke steden in Juda.
Als je Micha leest, kun je een glimp opvangen van Gods woede in actie terwijl Hij de zonde oordeelt en straft. Maar zie ook Gods liefde in actie als Hij eeuwig leven aanbiedt aan mensen die berouw hebben en in Hem geloven. Besluit dan je te voegen in het trouwe overblijfsel van Gods volk dat naar zijn wil leeft.
Met toestemming overgenomen van Royal Jongbloed uit Het Boek © 2008 Biblica. All rights reserved.